De klucht van de koe

Het verhaal is geschreven als een toneelstuk en speelt zich af in de omgeving van Amsterdam. Gijsje, de gauwdief, begint te vertellen. Een waarzegster had hem verteld dat hij rond zijn achttiende jaar zou sterven aan de galg, maar het was nog niet zover gekomen. Alles was tot dusver goed gegaan. Zelfs bij zijn inval in de Rederijkerskamer waren er geen problemen opgetreden. Dan loopt Gijsje langs het huis van boer Dirk Thijssen. Hij vraagt hem om onderdak en eten. De vriendelijke boer nodigt De gauwdief uit in zijn huis. De gauwdief eet en drinkt veel en hij vertelt de boer dat hij uit Keulen komt en dat hij een rijke koopman is. De boer vraagt hem om nog een paar dagen te blijven, want er is binnenkort feest. De gauwdief vindt het allemaal prima en blijft. De gauwdief vraagt de boer om hem vroeg wakker te maken, want hij wil de volgende dag naar Amsterdam. De boer gaat zelf ook mee en zal hem om twee uur wakker maken, dan kunnen ze om vijf uur in Amsterdam zijn.

Ondertussen in Amsterdam heeft Joosje, de optrekker, ruzie met zijn vrouw gehad en probeert zijn ellende weg te drinken. Hij vindt dat je nooit moet trouwen, want dan ben je verloren. Als hij bij café 'Het swarte paert' aankomt wil hij nog wat drinken, maar Giertje wil dat niet, want na elf uur wordt er niet meer getapt. Toch krijgt Joosje het voor elkaar om binnen te komen en zit hij even later aan het bier. Uiteindelijk valt hij dronken in slaap en gaat Giertje ook naar bed.
De gauwdief is midden in de nacht op gestaan. Hij heeft de mooie, vette koe van de boer uit de stal gehaald en bindt haar vast aan een hooiberg vlakbij Kostverloren. De gauwdief gaat snel weer terug naar zijn bed. Vlak daarna komt de boer hem wakker maken om naar Amsterdam te gaan en even later zijn ze vrolijk pratend op weg naar Amsterdam.

Als ze vlakbij Kostverloren zijn, verteld De gauwdief dat er hier nog mensen zijn waarvan hij geld krijgt en dat hij dat nu op gaat halen. De goedgelovige boer wacht op hem. Als De gauwdief weer terug komt, heeft hij de koe bij zich. De boer vindt dat ze erg op zijn eigen koe lijkt, maar De gauwdief zegt dat dat onmogelijk is en verandert het gespreksonderwerp. Gijsje vraagt zelfs of de boer de koe voor hem wil verkopen, want hij zegt dat hij dat als koopman niet zelf kan doen. De boer vindt het een goed idee. Ze spreken af om elkaar weer te zien in 'Het swarte paert'.

Intussen is Joosje wakker geworden en neemt meteen weer een pot bier, het lijkt hem geen leuk idee om weer thuis te komen bij zijn vrouw. Hij wil graag naar bed met Giertje, maar dat vindt ze niet zo'n goed idee. Als Gijsje binnenkomt, neemt hij een pot bier en praten ze wat. Tenslotte komt ook de boer binnen en geeft hij Gijsje het geld. De gauwdief vindt dat het tijd is voor een feest, hij zal alles betalen. Hij vindt dat er vlees en vis moet komen om het te vieren en gaat dat dan zelf halen. Hij krijgt twee schalen van Giertje en de mantel van Joosje mee om alles te halen. Hij maakt dat hij weg komt met alle spullen, zonder dat de anderen er iets van merken.

Totdat Keesje, het zoontje van de boer, binnenkomt. Hij vertelt huilend dat de koe is gestolen. Dan valt het kwartje voor de boer. De boer vraagt aan Giertje of zij dit niet aan andere mensen wil vertellen, tenslotte heeft hij hun allemaal te pakken gehad. En Joosje zegt als slot: "Hij heeft niet van ons gestolen, wij hebben hem alledrie gegeven."