Villa des Roses

Titel: Villa des Roses.
Schrijver: Willem Elsschot
Uitgeverij: Querdio, Amsterdam
1e druk 1913, 14e druk 1976
Aantal Bladzijden: 163
Villa des Roses is een pension in een Parijse wijk waar het echtpaar Brulot verschillende gasten ontvangt. Mevrouw Brulot is degene die alle zaken op orde heeft en op meerdere manieren probeert wat extra's te verdienen. Zo verkoopt ze eieren op de markt, van de kippen die ze in de tuin houdt. Ook verdient ze wat bij als inspectrice bij het Parijse armenbestuur. Het salaris wat ze hiervoor ontvangt en hoe ze aan de juiste diploma's wordt als dubieus bestempeld; het schijnt dat dit te danken is aan de directeur van haar afdeling. Meneer Brulot is een gepensioneerde notaris in een dorpje geweest. Het stel had een zoontje, alleen overleed hij op 6-jarige leeftijd. In plaats van de zoon, nam madame Brulot een aapje 'Chico', een ouistiti die ook wel 'mon fils' genoemd werd. Deze aap kreeg vrijwel dezelfde rechten als elke andere bezoeker, het mocht bijvoorbeeld aan tafel eten. Elke gast die hier een probleem van maakte werd de deur gewezen.
Dan worden alle andere gasten geïntroduceerd. Eerst de gasten die meer dan het normale, dagelijkse tarief (5 frank) betalen. Madame Brulot bepaalt namelijk het tarief per persoon, afhankelijk van totaal irrelevante criteria, zoals lichaamsomvang, afkomst, leeftijd, etc. De meest betalende gast is madame Gendron (18 frank per dag), een stokoude dame die al ruim 10 jaar in het pension verblijft. Ze is zeer rijk en heeft een zoon die arts is in Duinkerken, die zo nu en dan probeert te onderhandelen over de prijs van het verblijf. Mevrouw Dumoulin, rond de 50 jaar oud, betaalde 8 frank per dag. Een weduwe van een diplomaat uit Thereran, die haar veelal bedrogen heeft. Toen hij overleed, keerde ze terug naar Parijs. Meneer Asgaard is een Noorse advocaat die naar Parijs is gekomen om Frans te leren, wat hem beetje bij beetje lukt. Hij is niet erg zeker van zijn zaak en hij wordt vaak in de maling genomen door meneer Colbert, een man die met grote regelmaat komt eten in het pension.
Meneer Martin is zakenman uit Nantes, die na een periode in Villa des Roses verbleven te hebben, plotseling vertrekt maar ook weer terugkeert met een Poolse vrouw Marie en haar moeder. Hij betaalt de eerste 3 maanden vooruit, 14 frank voor het gezelschap, maar komt vervolgens geen enkele rekening na. Ze slapen met z'n 3en op 1 kamer, wat merkwaardig bevonden wordt. Mevrouw de Kerros verblijft ook in het pension en neemt elke dag pillen, al weet niemand waarvoor. Ze wordt langzaam kaal en ziet er steeds slechter uit. Meneer Knidelius heeft voor een groot deel van zijn leven op Java gewoond en is onderweg naar zijn vaderland. Hij woont echter al 3 maanden op Villa des Roses en heeft geen intenties het laatste deel van zijn reis af te maken. Meneer Grünewald is een Duitser, hij maakt elke dag gebruik van de mogelijkheid om onbeperkt wijn te drinken bij het buffet. Hij is jong en knap. Daarnaast wonen er nog 3 Hongaarse meisjes, die er erotische werkzaamheden op na houden. Het wordt niet letterlijk gezegd en niemand lijkt er ook een probleem van te maken. Meneer Brizard en meneer Colbert komen dagelijks eten in het pension. De dienstmeisjes Aline en Louise mogen ook een kamer betrekken in het pension, maar zijn vrij om te bepalen of ze daar gebruik van maken.
Het verhaal begint bij de komst van Louise, een jonge weduwe met een 6-jarig zoontje dat bij een oom elders in Frankrijk woont. Elke man in het pension probeert haar voor zich te winnen, maar alleen Grünewald slaagt erin. Een liefde tussen hen bloeit op nadat meneer Brizard zelfmoord pleegt in de tuin van Villa des Roses. Omdat mevrouw Brulot niet zo snel weet wat ze met het lichaam aan moet, zetten ze het op de kamer bij mevrouw Grendon, zij zal het niet zo snel door hebben. Het werkt inderdaad en ze ziet niet in dat hij dood is, al ontdoet ze hem wel van kostbare sieraden. Louise en Grünewald houden om de beurt de wacht voor de kamer en besluiten elkaar vaker te zien daarna. Louise wordt smoorverliefd op hem, maar Grünewald weet dat hij zich niet voor altijd aan haar zal binden. Louise is onzeker en vraagt een waarzegger om hulp aan de hand van papieren met inktvlekken. Ze krijgt een niet positief antwoord terug en wil vervolgens duidelijkheid van Grünewald over de inhoud van hun relatie. Op dat moment zegt hij daadwerkelijk om haar te geven.
In de zogenaamde feestzaal, de ruimte waar gegeten wordt en madame Brulot haar 'diploma's' heeft hangen, wordt een bijeenkomst gehouden om de naamdag (Katholieke traditie) van madame Dumoulin te vieren. Bij dit feestje wordt mevrouw Gendron erop betrapt dat ze sinaasappels mee probeert te smokkelen in haar tas. Ze wordt hiervoor openlijk voor vernederd. Ze zint op wraak en smijt uiteindelijk Chico in de open haard, waar de aap levend verbrandt. Martin is vertrokken naar Amerika en heeft Marie en haar moeder achtergelaten in het pension met een hoge rekening. Door de wanbetalingen moeten Marie en haar moeder per direct Villa des Roses verlaten. Madame Brulot heeft echter medelijden met ze en wil de goede naam van haar pension behouden, ze laat ze blijven totdat nieuwe gasten de kamer nemen.
Louise blijkt zwanger te zijn van Grünewald, ze wil abortus plegen zodat ze samen nog een toekomst hebben. Na een mislukte poging probeert ze het nog een keer via een apothekerskuur. Grünewald heeft haar toch verlaten en vertelt haar dat hij naar Duitsland vertrekt. Hij gaat in werkelijkheid mee met mevrouw Wimhurst naar een ander pension.
Het boek eindigt met de dood van de eigenaar van het pand. Villa des Roses moet gesloopt worden om plaats te maken voor gemeentelijke plannen en iedereen dient uit het gebouw te vertrekken. Louise probeert tevergeefs contact te houden met Grünewald, maar ze krijgt op geen enkele brief antwoord. Ze vertrekt naar haar geboortedorp.
Titelverklaring
‘Villa des Roses’ is ten eerste de plaats waar de meeste gebeurtenissen zich afspelen. Daarnaast laat het echter ook het belangrijke thema ‘bedrog’ in het verhaal zien. De lezer waant zich (net zoals een gast) in ‘Villa des Roses’, een pension dat een prachtige rozentuin zal bezitten en bovendien sjiek zal zijn, door de mooie naam en de aanduiding villa. Hij komt echter bedrogen uit, want de rozen zijn allang verdord door de schaduwen van de gebouwen eromheen, en madame Brulot, de beheerder van het pension, bedriegt haar gasten ook op alle mogelijke manieren, bijvoorbeeld het feit dat ze voor elke gast een andere prijs rekent en dat ze bij het jaarlijkse feest ter ere van de naamdag van madame Dumoulin stiekem een afspraak heeft met Colbert om zoveel mogelijk flessen champagne te kunnen verkopen.
De roos is een symbool van de liefde, waarmee de belangrijkste verhaallijn, de liefde tussen Louise en Grünewald, duidelijk wordt. Dit is echter ook weer een bedrog, omdat Grünewalds liefde niet echt is.
Motieven
Sociaal onrecht
Een van de eerste motieven die opvalt, is het sociale onrecht, waar voortdurend sprake van is. Madame Brulot bedriegt haar pensiongasten door de verschillende tarieven; ze maakt onderscheid tussen mensen. Madame Gendron is telkens het mikpunt van spot. Wanneer ze voor gek wordt gezet met de sinaasappelen, heeft ze niet door dat het een grap is, en vermoordt uit woede het aapje Chico van madame Brulot, wat ook onrechtvaardig is. De verhouding tussen Louise en Grünewald is ook een voorbeeld van sociaal onrecht, want Grünewald houdt niet echt van haar. De abortus die Louise pleegt is in feite ook een voorbeeld van sociaal onrecht, want ze ontneemt een kind het leven. Overigens is het wel normaal in haar positie, omdat het er al op leek dat Grünewald niet echt van haar hield.
Dood
Dood is ook een belangrijk motief. Het vroegere zoontje van madame en meneer Brulot is op zesjarige leeftijd overleden. De vroegere man van Louise is overleden. Aasgaard heeft zijn vrouw verloren. Het aapje Chico, dat de plaats in had genomen van het zoontje van madame Brulot, wordt vermoord. Ook de meeste andere personages zijn alleenstaand, mogelijk doordat ze iemand hebben verloren. Ze zijn in het pension gekomen om de dood te vergeten. Dit sluit aan bij het grondmotief bedrog; ze willen de dood vergeten, voor de gek houden, doen alsof het niet gebeurd is. De zelfmoord van Brizard in de tuin van Villa des Roses zorgt ervoor dat ook hier het aspect de dood niet vergeten wordt, als waarschuwing: ook hier kan het gebeuren!
Spijt
Vooral bij Louise is spijt overheersend. Wanneer ze voor het eerst gekust heeft met Grünewald en merkt dat ze smoorverliefd is, voelt ze zich schuldig tegenover haar eerste man en haar zoontje en heeft spijt over haar zwakheid. Nadat ze een inktproef heeft laten doen, een soort psychische test waarbij je twee blaadjes met een bolletje inkt ertussen tegen elkaar moest slaan, waarbij er twee vormen op het papier ontstaan, waarmee de toekomst van de relatie kan worden aangeduid, heeft ze spijt omdat ze niet de eerste twee velletjes heeft opgestuurd, maar het derde en het achtste velletje, omdat die haar het mooiste leken. Wanneer Louise aan het eind van het verhaal doorheeft dat Grünewald haar heeft verlaten, heeft ze er spijt van dat ze ooit iets met hem is begonnen.
Medelijden
Ondanks de harde wereld van bedrog, laat Elsschot toch zien dat er ook nog een gevoel van medelijden speelt in het hart van mensen. Madame Brulot werkt bij het armenhuis van Parijs. Ook laat ze toe dat er drie bedelaars elke dag mogen komen om de restjes van het eten op te halen. Het keukenmeisje geeft echter aan meerdere bedelaars iets. Mevrouw de Kerros heeft medelijden met madame Gendron wanneer ze voor gek wordt gezet met de sinaasappelen en wil haar vertellen dat het een grap is. Wanneer meneer Martin ineens vertrokken is en Marie en haar moeder met een torenhoge rekening heeft achtergelaten in het pension, toont madame Brulot medelijden door hen een week lang in de kamer te laten wonen, omdat er toch geen andere gasten zijn.
Bedrog
Alle personages, behalve Louise en Brizard, blijken op een of andere manier te bedriegen. Madame Brulot bedriegt haar klanten door ieder een andere prijs te laten betalen, door verkooptrucjes, zoals de champagne bij het feestje van mevrouw Dumoulin, toe te passen en omdat ze mogelijk fraudeert bij het armbestuur van Parijs. Meneer Brulot is bedrogen door zijn opvolger als notaris, waardoor hij nu, zestien jaar later, nog steeds processen voert. Hiervoor moet hij echter zijn vrouw bedriegen, door de persoonlijke kas van het pension aan te spreken. Mevrouw Gendron steelt van alle pensiongasten. Meneer Martin laat zijn vrouw Marie en haar moeder in de steek. Grünewald bedriegt Louise door te zeggen dat hij van haar houdt, terwijl hij het als niet meer ziet dan een pleziertje.
De enige twee die niet bedriegen, maar zelf bedrogen worden, zijn Louise en Brizard. Brizard is al in het begin van het verhaal niet opgewassen tegen (het bedrog van) het leven en pleegt zelfmoord. Louise wordt bedrogen door Grünewald. Beiden worden zij dus het slachtoffer van het bedrog in de wereld. Vooral Louise is té naïef om dit in te zien.
Motto
Het boek heeft geen motto. Wel begint het veertiende hoofdstuk met een motte. Het is een citaat van Villiers de L’Isle-Adam: ‘La torture par l’espérance’, wat betekend ‘marteling door hoop’. Het slaat op het onderwerp van het hoofdstuk, namelijk de situatie van de Poolse vrouwen.
Thema
Het thema van het boek is bedrog. Bedrog komt veelal voor in het boek op verschillende manieren. Alle personages, behalve Louise en Brizard, bedriegen op een of andere manier. Madame Brulot bedriegt door het geven van verschillende prijzen aan klanten. Meneer Brulot bedriegt zijn vrouw door het geld stelen uit de kas van het pension. Er zijn maar twee zuivere personen: Louise en meneer Brizard. Ze worden allebei slachtoffer van het bedrog van anderen. Het thema is dan ook een samenleving waarin bedrog de normen bepaalt.
Tijd
In het verhaal zelf wordt geen jaartal vermeld, maar door de gebeurtenissen kan je concluderen dat het zich in dezelfde tijd moet hebben afgespeeld als waarin het geschreven is, dus begin 20e eeuw. De totale hoeveelheid tijd die alle gebeurtenissen in beslag nemen, is ongeveer anderhalf jaar. Het verhaal begint bij het moment dat Louise intrek neemt als kamermeisje. Niet lang daarna krijgt ze een relatie met Grünewald, die vijf maanden duurt. Terwijl Louise op haar ziekbed ligt en Grünewald is vertrokken, komt het bericht dat de eigenaar van het pension is overleden en dat het pension over een jaar afgebroken zal worden. Er wordt dan beschreven hoe alle personages weggaan van het pension.
Het verhaal wordt geheel in chronologische volgorde verteld, hoewel er terugverwijzingen zijn naar momenten in de levens van mensen vóórdat het verhaal begint. Deze geven dus enkel achtergrondinformatie over een persoon. Een voorbeeld is datgene wat Louise verteld over haar vroegere man: deze is vier jaar voor haar intrek in het pension gestorven.
Ruimte
Het verhaal speelt zich grotendeels af in het pension. De ruimtes worden uitvoering beschreven, waardoor je weet hoe het aanvoelt. Het pension ligt aan de Rue d’Armaille in Parijs. Ook spelen er gebeurtenissen af in Parijs zelf zoals de wandelingen en een aantal andere pensions.
Vertelinstantie
Het boek is een auctorieel verhaal. De verhaalverteller weet hoe de personages denken en voelen. De brieven van Louise en Brizard worden geschreven in de ik-vorm. Ook wordt het boek afgewisseld met direct dialoog.
‘’In de loop der week die nu volgde, vond Grünewald nog gelegenheid om de meisjes een paar maal te vergezellen en op zekere avond, toen hij met Louise op weg naar huis door een verlaten straat kwam, bleven beiden staan. (blz. 45)
Personages
Louise
De hoofdpersoon is het kamermeisje Louise. Ze is 26 jaar oud, weduwe (haar man is vier jaar voor het begin van het verhaal gestorven) en ze heeft een zoontje van zes die bij haar broer woont. Van haar uiterlijk is bekend dat ze altijd zwarte kleren draagt, lang haar heeft en een statige houding, waarmee ze een ernstige indruk maakt. Ze is een hardwerkend en ernstig, maar naïef meisje, die in de verleidingskunsten van Grünewald (die ze later Richard noemt) trapt. Ze is echter ook een twijfelaar, want in het begin twijfelt ze wel aan Grünewalds liefde en ze gaat ermee naar iemand die aan de hand van velletje papier met inkt kan zien hoe de relatie zal verlopen. De voorspelling luidt dat ze de blonde man moet laten gaan omdat een donkerharige man haar ware liefde zal zijn. Grünewald is blond, maar Louise wil hem toch niet laten gaan.
Ze staat telkens in nieuwe conflicten. Eerst wil ze niet verleid worden, omdat ze trouw wil blijven aan haar vroegere echtgenoot. Dan, wanneer ze ontdekt dat ze verliefd op hem is en ze een relatie begonnen zijn, twijfelt ze aan zijn liefde en doet de inktvlekkentest, die een negatief resultaat oplevert. Daarom besluit ze Grünewald een brief te schrijven waarin ze hem vraagt eerlijk te zijn over zijn gevoelens. Ze krijgt het antwoord dat hij echt van haar houdt, hoewel de lezer weet dat dit niet zo is, door het gesprek dat hij met Aasgaard heeft gevoerd. Het volgende conflict ontstaat wanneer ze zwanger is; ze wil het kind niet. Eerst probeert ze het met een apothekerskruid, maar dit blijkt niet te werken. Ze doet dan een kuur, de ‘zeepsopmethode’ bij madame Charles, die wel werkt. Het daaropvolgende conflict is de vraag waar Grünewald blijft, als hij heeft gezegd een maand naar Breslau te gaan en daarna weer terug te keren, maar hij niet terugkeert.
Louise is het toonbeeld van oprechtheid en trouw, in tegenstelling tot de meeste mensen in haar omgeving, bij wie het bedrog de belangrijkste eigenschap is.
Grünewald
Richard Grünewald is een van de jongere pensiongasten. Hij was een Duitser, afkomstig uit Breslau, en hij was in de 20. Hij had weinig manieren, zowel aan tafel als in zijn taalgebruik. Ook heeft hij, zoals uit het verhaal blijkt, geen respect voor de liefde: hij doet alsof hij verliefd is op Louise, maar gaat er vijf maanden later gewoon met een ander vandoor. Hij had blond haar, maar verder is er niets van zijn uiterlijk bekend. Hij staat mogelijk model voor de auteur zelf, die toen hij in Parijs woonde, ook zeer goed contact had met een meisje, in dit verhaal Louise.
Grünewald is het toonbeeld van het bedrog, en daarmee de tegenhanger van Louise.
Madame Brulot
Madame Brulot is een dame van 45 jaar oud, de pensionbeheerder. Vroeger is haar zoontje overleden, en ze heeft een aap, Chico, gekocht om haar liefde te uiten. Van haar is bekend dat ze de pensiongasten bedriegt met de prijzen en verkooptrucjes, maar ook wel een goed mens kan zijn. Ze doet het meeste werk voor het pension, haar echtgenoot is meer op de achtergrond aanwezig en niet erg belangrijk voor het verhaal.
Meneer Brulot
Meneer Brulot is de echtgenoot van madame Brulot, 65 jaar oud en vroeger notaris geweest. Door bedrog van zijn opvolger voert hij nog steeds processen om geld terug te krijgen. Hij is ook pensionbeheerder, maar hij doet er weinig aan: alles wordt beheerd door zijn vrouw. Hij had alleen grijs haar aan de zijkanten van zijn hoofd en hij droeg een zwart mutsje, dat hij had overgehouden uit de tijd dat hij nog notaris was. Hij had verder een grote snor en puntbaardje. Hij werd door de keukenmeisjes vaak belachelijk gemaakt, omdat hij aan veel ziektes leed en telkens wel weer ergens last van had.
Madame Gendron
Madame Gendron is een oude vrouw van 92, die kinds is geworden en aan kleptomanie lijdt. Ze steelt van de andere pensiongasten de gekste dingen, maar vaak worden deze door de kamermeisjes weer teruggegeven aan de eigenaars. Ze is erg rijk, en daarom krijgt zij ook altijd de hoogste rekeningen voor het pension. Daarmee is ze de steunpilaar van het pension. Ze is echter het mikpunt van spot van alle pensiongasten, door haar gedrag en rijkdom. Haar personage is echter van belang, omdat ze uit woede het aapje Chico in het vuur gooit.
Aasgaard
Aasgaard is een Noor van 30 jaar oud en advocaat, die naar Parijs is gekomen om zijn overleden vrouw te vergeten en Frans te leren. Hij had blond haar, een blonde snor en blauwe ogen. Hij is een van de weinige hotelgasten die niet eindeloos wacht met betalen. Zijn rol lijkt in het eerste opzicht niet zo belangrijk, maar halverwege het verhaal, in hoofdstuk elf, neemt hij ineens een belangrijke rol aan als adviesgever aan Grünewald die de eerste brief van Louise heeft gekregen. Dán wordt het ineens duidelijk dat Grünewald helemaal niet zulke goede bedoelingen heeft als het lijkt, de lezer wordt bedrogen met het beeld van de liefde dat door de ogen van Louise wordt geschetst.
Meneer Martin
Meneer Martin is 48 jaar oud en is een zakenman uit Nantes. Zijn vorige vrouw was gestorven of hij was ervan gescheiden, maar hij had nu een nieuwe vrouw, de Poolse Marie van 50, die samen met haar moeder met hem mee was gegaan.
Brizard
Brizard was geen kostganger, maar een man die alleen ’s avonds kwam eten in ‘Villa des Roses’. Hij was architect. Hij was afkomstig van de Vogezen. Hij leed aan zwaarmoedigheid, en hij was altijd blij wanneer iemand hem naar zijn huis bracht. Deze zwaarmoedigheid komt gelijk aan het begin van het verhaal al aan de orde; hij pleegt zelfmoord. Dit is, door de nachtwake die Louise en Grünewald uitvoeren, het begin van hun opbloeiende liefde.
Knidelius was een oude Hollander van 60 jaar die lange tijd op Java had geleefd.
Jeanne de Kerros was een jonge vrouw die mank liep en witte vlekken in haar hals had, waardoor ze zoveel mogelijk gemeden werd door andere kostgangers.
Aline en Bertha zijn twee keukenmeisjes, waarvan Aline de beste vriendin is van Louise.
Colbert is de man die Aasgaard Frans leert en een grappenmaker die elke avond mee-eet.
Dupuis is de eigenaar van het pension die tegen het eind van het verhaal overlijdt.
Eindoordeel
Ik vond het boek niet heel erg leuk, het verhaal was niet erg spannend en het plot was naar mijn mening een beetje ingewikkeld. Af en toe waren er wat lastige woorden maar je kon goed uit de context halen wat deze betekende. Het boek was wel makkelijk te lezen en het was dan ook geen dik boek. Ik zou dit boek denk ik niet aanraden aan een medeleerling omdat ik het plot niet erg boeiend vond. Ik zou dit boek 2 sterren geven.
Keuzeopdracht
Interview Carlijn Jonkman en Louise:
Ik: Goedemorgen, bij voorbaat dank dat ik u mag interviewen.
Louise: Geen probleem, ik kijk er naar uit.
Ik: Had of heb je een droombaan en wat is deze droombaan?
Louise: Ik wilde vroeger graag zuster worden in het ziekenhuis omdat ik er van hield om voor andere te zorgen. Kamermeisje zijn vind ik erg leuk, maar af en toe vind ik het jammer dat ik mijn droom niet heb kunnen waarmaken.
Ik: Je zegt dat je je werk graag doet, komt dat ook door de sfeer van de Villa en je collega's of is dat puur werk gericht?
Louise: Ik vind het een erg fijne sfeer in de Villa, af en toe zijn er gasten die wat minder aardig zijn maar daar heb je denk in elk hotel last van.
Ik: Waar zie je jezelf over 5 jaar?
Louise: Ik wil denk ik het liefst zelf een villa beginnen, het lijkt me leuk om gasten te ontvangen van over de hele wereld en mijn best doen om zo'n goed mogelijke sfeer te creëren.
Ik: Dat klinkt als een ambitieus plan!
Louise: Is het zeker, er moet nog veel gebeuren voordat dat plan werkelijkheid kan worden, maar wie weet wat er kan gebeuren in 5 jaar.
Ik: Bedankt voor al je antwoorden, ik hoop dat het je lukt om je eigen Villa op te richten.
Louise: Graag gedaan !
Maak jouw eigen website met JouwWeb